fbpx

(Drank)Kaartspelletjes

KINGSEN

Het drankspel Kingsen speel je met een pak kaarten, grote glazen en genoeg flessen drank. Alle deelnemers zitten om een tafel of in een cirkel. Om de beurt pakt iedere speler een kaart. Elke kaart heeft een eigen regel, maar je kunt het zelf natuurlijk zo gek maken als je wilt. Iedere groep heeft andere regels, maar dit zijn de meest gangbare:

Aas: Je bent quizmaster totdat de volgende aas getrokken wordt. Quizmaster houdt in dat iedereen alleen maar vragen mag beantwoorden van je terwijl ze hun middelvinger opsteken. Vergeten ze dat: drinken!
Koning: Bij de eerste heer die getrokken wordt, maak je een speciaal drankje. De volgende heren die worden getrokken, leg je samen met de eerste heer op dat glas. Degene die de laatste heer van het spel pakt, moet deze special at opdrinken.
Vrouw: Bij een vrouw moet iedereen zijn duim op tafel leggen, wie dit als laatste doet moet een atje doen.
Boer: Geef een andere speler een opdracht. Indien hij deze niet doet, moet hij een shotje atten.
10: Alle spelers houden hun hand in de lucht en er wordt afgeteld van 3 naar 1 waarna iedereen een speler aanwijst. De persoon waar de meeste spelers naar wijzen, moet 1 glaasje atten.
9: Verzin een regel en voer deze in. De regel geldt voor iedereen, dus ook voor jezelf.
8: De speler die deze kaart pakt mag naar de wc. Tijdens een potje mag er namelijk niemand naar de wc zonder deze kaart. Doet iemand dit toch dan moet hij twee glazen atten.
7: De draairichting waarop spelers kaarten pakken verandert.
6: De persoon die deze kaart trekt, begint met een rijmwoord en de anderen moeten hierop rijmen. Als je niks meer weet dan moet je atten.
5: Verzin een verboden woord dat niemand meer mag zeggen. Zodra dit wel gezegd wordt, moet die persoon atten.
4: De persoon rechts van je moet atten
3: De persoon links van je moet atten
2: Je moet zelf twee keer atten

BUSSEN

Bussen is een bekende onder de drankspellen. Voor dit spel heb je een goede voorraad drank nodig en een pak kaarten zonder jokers. Om te beginnen moet elke speler een goed gevuld glas drank voor zijn neus hebben staan. Een persoon uit de groep deelt de kaarten uit.

De deler begint bij een willekeurig persoon en deze moet gokken of de kaart rood of zwart zal zijn. Vervolgens geeft de deler de speler die aan de beurt is een kaart. Als het klopt wat de speler heeft gegokt, mag hij een slok/shotje aan iemand uit de groep uitdelen. Is zijn antwoord fout dan moet hij zelf drinken. Zo komt elke speler aan de beurt. Nadat elke speler aan de beurt is geweest, begint de volgende ronde. Ronde 2 is in principe hetzelfde alleen moet de speler nu raden of de kaart hoger of lager zal zijn dan de kaart van de vorige ronde. Bij ronde 3 is de vraag of de kaart binnen of buiten de waarde van de kaarten valt die je nu hebt. Bij ronde 4 moet je raden of de kaart harten, klaveren, schoppen of ruiten is. Na deze ronde is het de bedoeling dat iedereen zijn vier kaarten bij zich houdt.

In het volgende deel van het spel maakt de deler een piramide van kaarten die dicht op tafel liggen. De onderste rij bestaat uit vijf kaarten en de daarop volgende rijen lopen op tot één kaart. Nu wordt de kaarten per rij, één voor één omgedraaid. Wanneer een van deze kaarten dezelfde waarde heeft als een kaart die je in je hand hebt, mag je hem er op leggen en shotjes uitdelen aan een of meerdere spelers. Een kaart uit de onderste rij is één shotje waard, de tweede rij is er twee waard, enzovoorts. Als alle kaarten uit de piramide zijn omgedraaid, blijft er één speler over met de meeste kaarten in zijn hand. Bij gelijk spel is de speler met de laagste kaarten de pineut. Deze speler moet in de bus.

De deler legt zeven open kaarten naast elkaar op tafel. Degene die in de bus zit moet bij elke kaart gokken of de komende kaart hoger of lager is. De deler trekt dan een nieuwe kaart en legt deze erop. Als het antwoord goed is, mag de speler door naar de volgende kaart. Maar bij een fout antwoord moet hij drinken én opnieuw beginnen. Pas als de speler de hele rij met kaarten goed heeft, mag hij uit de bus en heeft hij het spel gewonnen.

Fuck de dealer

Dit spel speel je met meer dan twee personen. Een van de spelers begint als dealer. Hij kijkt naar de bovenste kaart van de stapel en de persoon links naast hem moet raden welk getal én plaatje de kaart heeft. Als de speler het helemaal goed heeft dan moet de dealer 2 slokken drinken. Maar als het antwoord fout is, mag de dealer verklappen of het hoger of lager is. Heeft de speler het alsnog goed dan moet de dealer 1 slok drinken. Geeft de speler een fout antwoord dan moet hij zelf drinken. Daarna gaat de beurt naar de volgende speler. De kaart wordt open op tafel gelegd. Als drie spelers achter elkaar het getal of plaatje niet raden, is de persoon naast de dealer aan de beurt om te dealen.

PESTEN

Het kaartspel Pesten kan op verschillende manieren worden gespeeld. Spelers hebben in de loop der tijd zo hun eigen regels bedacht. Maar gelukkig zijn er ook basisregels en deze zijn vrij eenvoudig.

Basisregels

Als eerste worden de kaarten verdeeld over de deelnemers. Hoeveel kaarten dat zijn hangt af van het aantal deelnemers. Normaliter krijgt iedere speler zeven speelkaarten. Alle overige kaarten vormen gezamenlijk de trekstapel. De spelers hebben de taak om alle kaarten in zijn of haars bezit weg te spelen, simpelweg door deze op de aflegstapel neer te leggen. Om beurten mogen de spelers een kaarten op de aflegstapel neerleggen, dit zal gebeuren met de klok mee.

Maar je mag niet zomaar een kaart afleggen, want de kaart die jij neerlegt moet wel een gelijke waarde of kleur hebben met de bovenste kaart op de desbetreffende stapel. Stel er ligt een harten koning, dan mag de speler een koning (ook van een andere kleur) of een harten (alle waardes) neerleggen. Veel simpeler kunnen wij het dan ook niet maken.

Mocht een speler geen kaart kunnen spelen, dan moet hij of zij een extra kaart pakken van de trekstapel. Als de getrokken kaart wel de op aflegstapel kan, dan mag hij of zij deze die daar direct op neerleggen. De deelnemer die als eerste al zijn kaarten heeft weggespeeld is de winnaar.

Bijzondere speelkaarten

Sommige speelkaarten hebben bij het spel Pesten een unieke functie. Maar ook hierbij hebben spelers vaak hun eigen regels bedacht. Echter leggen wij hieronder uit wat de basisregels zijn omtrent de bijzondere speelkaarten:

Iedere 2: Dit is een zogeheten ‘pestkaart’ en kan het de tegenstander een stuk moeilijker maken om te winnen. De speler die als volgende aan de beurt is zal twee kaarten moeten pakken van de trekstapel. Daarna is de desbetreffende deelnemer wel gewoon nog aan de beurt.

Iedere 5: De 5 is ook een speciale speelkaart, omdat de speler die als volgende aan de beurt is een kaart met een waarde van 5 of minder moet neerleggen. Er zijn ook regels dat wanneer iemand een 5 oplegt de volgende speler een vrouw moet neerleggen. De keuze is aan jullie!

Iedere 7: Als jij een 7 neerlegt dan ben je nogmaals aan de beurt, want de 7 blijft kleven. Maar als de speler niet nogmaals een kaart kan leggen, dan moet er een speelkaart van de trekstapel worden gepakt. Zorg er dus voor dat de 7 op een verstandig moment gespeeld wordt.

Iedere 8: Jij kent de regel misschien wel bij een 8, want de 8 wacht. De eerstvolgende speler moet zijn beurt laten overgaan.

Iedere 10: De regel ’10 zien’ is ook wel bekend. De eerstvolgende speler moet al zijn kaarten laten zien aan de deelnemers.

Iedere Boer: Als jij een Boer oplegt dan mag je beslissen welke kleur de eerstvolgende kaart moet zijn. Oftewel, een klaver, harten, ruiten of schoppen.

Iedere Koning: De Koning zorgt ervoor dat de beurt omdraait, er zal dan tegen de klok worden ingespeeld. Maar bij de eerstvolgende Koning zal ook dat weer omdraaien.

Iedere Aas: De Aas kan de richting van het spel omdraaien, eigenlijk hetzelfde als de Koning. Bij twee spelers heeft de Aas geen speciale functie.

Iedere Joker: De Joker is de crème-de-la-crème van de pestkaarten. Als jij een Joker oplegt, dan zal de volgende speler maar liefst vijf kaarten van de trekstapel moeten pakken. Daarnaast mag jij ook een nieuwe kleur kiezen.

Winnende kaart

Als een speler nog maar één kaart in zijn bezit heeft dan moet hij of zij op de tafel kloppen. Mocht een speler dit vergeten en de laatste kaart opleggen, dan moet de kaart worden teruggepakt en er ook nog eens twee speelkaarten van de trekstapel worden gepakt. Daarnaast is het ook niet toegestaan om de pestkaart als laatste kaart op te leggen, ook dit zal worden bestraft met twee strafkaarten.